top of page

HVJ: wanneer is een product een 'container' in douanerechtelijke zin?

Bijgewerkt op: 9 aug. 2023

Wat maakt een container een container?

Recentelijk heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een arrest gewezen dat relevant is voor de vraag wanneer sprake is van een ‘container’ voor het vervoer van goederen. Het arrest betreft een indelingsvraagstuk over het classificeren van een transportsysteem.


Feiten

Aanleiding was een verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen ten aanzien van de indeling van een transportsysteem van draagprofielen (‘TubeLock transportsysteem’), ontwikkeld door Global Gravity ApS, (hierna: GG). Het systeem bestaat uit een bepaald aantal sets van aluminium draagprofielen waartussen de te vervoeren buizen haaks op elkaar worden geplaatst, waarbij die draagprofielen onderling verbonden zijn door twee stalen draagstangen. Deze constructie maakt het mogelijk dat er daarna nog buizen volgens hetzelfde procedé bovenop kunnen worden gelegd totdat het aantal te vervoeren buizen is geladen, waarna het laden wordt voltooid door aan de draagstangen op elk van de vier hoeken stalen stroppen te bevestigen, om alles gemakkelijk te kunnen hanteren. Het systeem wordt “TubeLock” genoemd en is geschikt voor herhaald gebruik. Op het moment van invoeren bevindt het zich nog in niet-geassembleerde toestand.


Procedure

In februari 2014 vroeg GG aan de Deense fiscus een beschikking aangaande een bindende tariefinlichting (BTI) voor het TubeLock-systeem. TubeLock wordt omschreven als een veilige methode voor het met verschillende vervoermiddelen (over weg, per spoor of per schip) vervoeren van buizen van een fabriek naar klanten (in dit geval: boorplatformen), waarbij het overpakken onderweg wordt vermeden.


In augustus 2015 heeft de Deense fiscus een beschikking genomen en TubeLock aangemerkt als een van aluminium gemaakt product onder GN-onderverdeling 7616 99 90 (Taric-goederencode 7616 99 90 99). Het toepasselijke douanetarief lag daardoor op 6%.


Tegen die indeling heeft GG bezwaar gemaakt bij de hoogste bestuurlijk-fiscale instantie van Denemarken. Zij argumenteren dat de TubeLock ingedeeld had moeten worden als een container onder GN-onderverdeling 8609 00 90 (Taric-goederencode 8609 00 90 00). In dat geval zou géén douanetarief verschuldigd zijn geweest. De bezwaarinstantie gaf GG gelijk. Daartegen is vervolgens het Deense ministerie voor Belastingen in beroep gegaan bij de rechter. Die stelt vervolgens vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof) over de toepassing en invulling van het Europees recht.


De Deense rechter stelt de vraag welke criteria bepalen of een product een ‘container’ is als bedoeld in GN-onderverdeling 8609 00 90.


Beantwoording vragen

Het Hof herinnert eraan dat volgens algemene regels voor de interpretatie van de GN, de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op afdelingen of hoofdstukken voor de indeling van goederen bepalend zijn. De toelichtingen vormen daarbij een belangrijk aanknopingspunt. Het beslissende criterium moet in het belang van zekerheid en gemakkelijke controle worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen.


Met betrekking tot de eerste voorwaarde merkt het Hof op dat met het begrip ‘container’ gebruikelijk bedoeld wordt een bergingsmiddel bestaande uit ten minste een bodem en zijschotten, bestemd voor de opslag of het vervoer van vloeibare of vaste producten. Deze omschrijving wordt ondersteund door de GS-toelichtingen. Daar staat namelijk dat het product een ‘volume’ moet hebben. Volgens het Hof kan van een systeem als TubeLock, niet gezegd worden dat het de te vervoeren buizen kan bevatten of omsluiten, maar enkel vastzetten zoals bij een stijgbeugel. Daardoor voldoet het niet aan de objectieve kenmerken en eigenschappen van een container. TubeLock kan dan ook niet aangemerkt worden als een ‘container’ voor het toepasselijk douanetarief.


Wat leert ons dit arrest? In de eerste plaats wordt het begrip ‘container’ vastgesteld. In de tweede plaats analyseert het Hof of het TubeLock-systeem voldoet aan het begrip ‘container’ aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen. Met andere woorden: als het eruit ziet als een eend, loopt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het een eend. Dat een product een bepaald doel voor ogen heeft dat gelijk is aan producten waarmee het uiterlijk gezien niet heel veel overeenkomsten heeft, is dus van ondergeschikt belang.


Juridisch advies nodig?

Heeft u vragen over het classificeren van producten, of wilt u meer weten over douanerechtelijke vraagstukken? Neem dan gerust contact op met transportrecht advocaten John Wolfs of Lars Kroese.

Comments


bottom of page